LetselschadeSlachtoffer.nl

Wat is de exhibitieplicht?

Wanneer een slachtoffer van letselschade in een procedure iets moet kunnen bewijzen en je bent hiervoor afhankelijk van de gegevens zoals de wederpartij die in zijn bezit heeft, kan het slachtoffer een beroep doen op artikel 843a Rv, waarin de zogenaamde exhibitieplicht omschreven staat. Hierin staat dat de aangesproken partij de benodigde stukken moet overleggen.

Zowel eiser als gedaagde zijn in een procedure wettelijk verplicht hun eisen en verweren kenbaar te maken in het processtuk. Het kan voorkomen dat een partij zijn plicht niet nakomt. Partijen die betrokken zijn bij de procedure kunnen dan gebruik maken van het inzagerecht. De verzaker kan dan verplicht worden tot exhibitie. Dit betekent dat de andere partij recht heeft op inzage van de bewijsstukken. Dit volgt uit art. 843a Rv. De bijbehorende bewijsmiddelen en bescheiden dienen ook gezamenlijk te worden bijgevoegd.[1] Dit wordt ook wel de substantiërings- en bewijsaandraagplicht genoemd.

Vereisten voor art. 843a Rv

Er zijn een aantal voorwaarden aan dit artikel verbonden.

  • Wanneer iemand een beroep doet op de exhibitieplicht moet hij/zij een rechtmatig belang hebben,
  • het verzoek moet zien op bepaalde bescheiden en
  • hij/zij moet een partij zijn bij de rechtsbetrekking.

Rechtmatig belang

Een rechtmatig belang houdt in dat de opgevraagde stukken verlichting kunnen geven met betrekking tot de bewijslast die bij de verzoeker ligt. De stukken kunnen leiden tot verbetering van zijn rechtspositie De verzoeker is verplicht het rechtmatig belang aan te tonen door middel van feiten en omstandigheden.[2] Van het belang zal worden afgezien, lid 4 van art. 843a Rv: ‘indien daarvoor gewichtige redenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.’ De houder van de stukken zal de gewichtige redenen moeten onderbouwen met argumenten, zodat de rechter ook de belangen die voortkomen uit lid 4 mee neemt in zijn beoordeling. [3]

Bepaalde bescheiden

Ten tweede moet het verzoek zien op bepaalde bescheiden. Verzoeker dient de gevraagde stukken zo goed mogelijk te specificeren. Vereist is dat bekend is om welke stukken het gaat, zodat beoordeeld kan worden of de stukken ook van (rechtmatig) belang zijn. Er bestaat dus een zekere koppeling tussen de eerste twee voorwaarden.[4]

Partij bij rechtsbetrekking

Tot slot moet de verzoeker partij zijn bij de rechtsbetrekking. Dit vereiste wordt steeds ruimer. Zo is het tegenwoordig niet (meer) nodig dat eiser van de stukken rechtstreeks partij is bij het proces. Ditzelfde geldt voor de eigenaar of houder van de stukken. Hier wordt later dieper op ingegaan.

De kosten voor het opvragen van bescheiden komen voor rekening van de verzoeker.

Herziening van 1 januari 2002

Art. 843a Rv is een artikel dat al wat jaren oud is. Door de jaren heen is het artikel steeds ruimer van betekenis geworden. Dit komt o.a. door wetswijzigingen en jurisprudentie.

In 2002 is er in het burgerlijk procesrecht een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo ook de introductie van het woord ‘bescheiden’ in art. 843a Rv. Deze wijziging maakt het mogelijk een verzoek in te dienen tot inzage van foto’s, computerbestanden, USB-sticks etc. Voorheen was alleen het opvragen van aktes mogelijk.[5]

Onrechtmatige daad

Voortbordurend op het derde vereiste van art. 843a Rv, een rechtsbetrekking hoeft niet meer per definitie van contractuele aard te zijn. Ook een verbintenis uit onrechtmatige daad valt onder een rechtsbetrekking.[6]Dit was een verrassende wijziging omdat de Hoge Raad in 2000 nog geen uitleg wilde geven over de reikwijdte van het begrip rechtsbetrekking.[7] Een procedure hoeft dus niet aanhangig te zijn, wil men beroep doen op het inzagerecht. 

Wetsvoorstel van 7 november 2011

Reeds enkele jaren ligt er een nieuw wetsvoorstel op tafel dat het proces van het opvragen van informatie efficiënter moet maken. Een aantal wijzigingen omtrent het inzagerecht is:

  • De aanpassing van lid 4 van art. 843a Rv;
  • De opvraging van bescheiden kan tijdens de procedure of reeds daarvoor;
  • De rechter moet ambtshalve bescheiden kunnen opvragen, ook zonder verzoek van partijen.

Aanspraak op stukken van derden

Voorts is er in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel aangegeven dat men ook bevoegd is om aanspraak te maken op stukken van derden.[8] Deze derden, zoals de betekenis van het woord al doet vermoeden, zijn niet rechterlijk betrokken bij het geschil.  Dit betekent dat deze wijziging nog een verdere uitbreiding is van de herziening in 2002 met betrekking tot het derde vereiste van art. 843a Rv.[9] De motivering van deze wijziging luidt dat men bij bewijs door getuigen ook een derde kan aanspreken. Voor bewijs door bescheiden moet dit ook kunnen.

Verschoningsrecht

Deze zekere harmonisatie met de regels voor getuigenbewijs volgt ook uit de geplande uitbreiding van art. 843a lid 3 Rv. Net als bij het verschoningsrecht voor getuigen zal het mogelijk zijn om het familiaal en strafrechtelijk verschoningsrecht toe te passen. Bij bescheiden kan men nu alleen het functioneel verschoningsrecht toepassen of gewichtige redenen moeten in de weg staan voor het honoreren van de exhibitieplicht, zoals reeds besproken.

Tot hoe ver gaat de exhibitieplicht?

Het is duidelijk dat met het wetsvoorstel de exhibitieplicht aanzienlijk sneller zal worden gehonoreerd. Maar waar liggen de grenzen? De minister geeft hier niet concreet antwoord op en laat zich in de memorie van antwoord alleen uit over het ontlenen van informatie aan roerende goederen en DNA. Verschaffen van deze kennis is niet toegestaan.[10] Hiermee wordt de reikwijdte van de exhibitieplicht enigszins beperkt. Wanneer er sprake is van een grensgeval met betrekking tot het rechtmatig belang, dan zal de rechtspraak op basis van proportionaliteit en subsidiariteit een oordeel moeten geven.[11]

Op dit moment is het wetsvoorstel nog niet door de Tweede Kamer heen. De behandeling ligt momenteel stil in afwachting van ontwikkelingen in het bewijsrecht.[12]

Exhibitieplicht buiten Nederland

Een wellicht interessante vraag is of de exhibitieplicht ook geldt voor partijen uit het buitenland. Een recente uitspraak heeft hier opheldering over gegeven. Het gaat om een zaak tussen (de buitenlandse) Abu Dhabi Islamic Bank (hierna: ‘ADIB’) en Fortis Bank. ADIB vroeg in casu om inzage van documenten en deed een beroep op art. 843a Rv. Het hof oordeelde als volgt:

‘De uitleg van het wetsartikel behoort aan de hand van het Nederlandse bewijsrecht plaats te vinden en de grenzen worden daardoor bepaald. Artikel 843a Rv kan dan ook niet geïsoleerd worden gezien; bij de beoordeling van de vordering tot inzage van bescheiden dient te worden uitgegaan van een in Nederland te voeren procedure, waarop het Nederlandse procesrecht van toepassing is. Nu er voorshands geen aanwijzing is dat een procedure omtrent de hoofdzaak in Nederland zal worden gevoerd, mist het artikel zelfstandige toepassing. ADIB zal haar vordering tot inzage in/afgifte van kopieën van de door haar gewenste bewijsmiddelen in het kader van de in het buitenland aanhangige of te voeren procedures aan de orde kunnen stellen.’[13]

  • ADIB was het niet eens met dit oordeel en bestreed met name de punten dat vereist is voor art. 843a Rv dat de (naar verwachting) aanhangige hoofdzaak voor de Nederlandse rechter dient plaats te vinden en dat het artikel onderdeel is van het gehele burgerlijk procesrecht in ruimere zin en niet slechts van het Nederlandse bewijsrecht.
  • De Hoge Raad gaf eiser gelijk en voegde er aan toe dat ook de eventuele aanname van het toen al ter behandeling liggende wetsvoorstel, geen veranderingen met zich mee zal brengen ten opzichte van uitkomsten in deze zaak.

Exhibitieplicht toegepast op letselschade

Wanneer iemand slachtoffer is van een ongeval en daarbij letselschade heeft opgelopen gaat dit in de meeste gevallen gepaard met financiële schade. Een inzicht in het medisch dossier is bijvoorbeeld nodig om een passend schadebedrag te berekenen. Zowel het slachtoffer (of zijn belangenbehartiger) als de verzekeraar van de wederpartij zullen inzicht in het medisch dossier van het slachtoffer nodig hebben. De medisch adviseur van beide partijen zal op basis van de gegevens een medisch advies uitbrengen. Het uitwisselen van de medische gegevens is echter niet vanzelfsprekend. De vraag die rijst luidt: Dienen de opgevraagde gegevens altijd te worden uitgewisseld of staat de privacy van het slachtoffer daarvoor in de weg?

Omvang en privacy van het slachtoffer

De onderzoekers van het rapport ‘Medisch Beoordelingstraject bij Letselschade’ hebben aan de hand van wetgeving en jurisprudentie hier een antwoord op proberen te geven. De kern hiervan ligt in een belangenafweging. Deze belangenafweging zal in elke zaak moeten worden gemaakt aan de hand van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.[14] Hieraan zijn twee dimensies gekoppeld:

  1. De omvang van de te verstrekken medische informatie dient zo gering mogelijk te zijn
  2. De privacy die bij het verstrekken geschaad kan worden moet zo veel mogelijk gewaarborgd blijven

Omstandigheden die van invloed zijn op de omvang en de privacy waarborging zijn:

  • de looptijd van de schade
  • de omvang van het financiële belang
  • de aard van het letsel
  • de bekendheid met eerdere ongevallen of uitval uit activiteiten voor het ongeval
  • een a-typisch verloop van de klachten
  • tekenen van aggravatie, simulatie, of onjuiste mededelingen van de benadeelde, maar ook daadwerkelijke strijd met het gezondheidsbelang van de benadeelde [15]

Inzagerecht medische gegevens en adviezen

Daarnaast kan het zo zijn dat bijvoorbeeld de verzekeraar van de aansprakelijke geen inzage biedt in de medische gegevens of het medisch advies dat door de medisch adviseur is opgesteld. Kan het slachtoffer of zijn belangenbehartiger dan een beroep doen op art. 843a Rv? In de literatuur, rechtspraak en/of regelgeving is hier niet een duidelijk antwoord op. ‘Mogelijk biedt de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) aan de benadeelde de mogelijkheid inzage te verlangen in het medisch advies aan de verzekeraar. De lagere rechtspraak daarover is echter verdeeld: daar waar de Rechtbank Zutphen begin 2010[16] oordeelde dat de benadeelde op grond van artikel 35 Wbp aanspraak kan maken op inzage in de adviezen van de medisch adviseur van de verzekeraar, oordeelde de Rechtbank Utrecht eind 2010[17] dat deze adviezen op grond van artikel 43 onder e Wbp juist van inzage zijn uitgesloten.’[18]

Er wordt door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg wel meer openheid verlangd.[19]

Bronnen:

[1] Art. 111 lid 1 Rv en art. 128 lid 5 Rv.

[2] Het inzagerecht verbeterd?, J. Ekelmans, NTBR 2012/10, p. 4

[3] Artikel 843a Rv: Nee heb je, ja kun je krijgen, Mr. drs. R.J. van der Ham, 11-01-2011, p. 2.

[4] Artikel 843a Rv: Nee heb je, ja kun je krijgen, Mr. drs. R.J. van der Ham, 11-01-2011, p. 2.

[5] Artikel 843a Rv: Nee heb je, ja kun je krijgen, Mr. drs. R.J. van der Ham, 11-01-2011, p. 1.

[6] A.I.M. van Mierlo & F.M. Bart, Herziening burgerlijk procesrecht, Deventer: Kluwer 2002, p. 554.

[7] HR 18 februari 2000, NJ 2001/259

[8] Kamerstukken II 2011/12, 33 079, nr. 3, p. 11.

[9] Het inzagerecht verbeterd?, J. Ekelmans, NTBR 2012/10, p. 3

[10] Kamerstukken II 2011/12, 33 079, nr. 3, p. 7.

[11] Kamerstukken II 2011/12, 33 079, nr. 3, p. 11.

[12] Geen rechtsbetrekking vereist voor beroep op exhibitieplicht, Daan Beenders, De Brauw Blackstone Westbroek, 9 September 2015.

[13] HR 8 juni 2012, NJB 2012/1421, ro. 3.2.2.

[14] ‘Rapport Medisch beoordelingstraject’, A.J. Akkermans, J. Legemaate, A. Wilken, De Letselschaderaad, 1e druk 2010, p.52.

[15] ‘Rapport Medisch beoordelingstraject’, A.J. Akkermans, J. Legemaate, A. Wilken, De Letselschaderaad, 1e druk 2010, p.54.

[16]  Rechtbank Zutphen 29 januari 2010, LJN BL1743.

[17] Rechtbank Utrecht 17 november 2010, LJN BO5222.

[18] Gedragscode Behandeling Letselschade Medische Paragraaf, Onderdeel 4 het medisch advies, 15-12-2011.

[19] Gedragscode Behandeling Letselschade Medische Paragraaf, Onderdeel 4 het medisch advies, 15-12-2011.

Diensten

Wat doen wij en voor wie doen wij dat? Voor slachtoffers van letselschade en voor letselschadeprofessionals die behoefte hebben aan objectieve informatie over letselschade.

Kennis

LetselschadeSlachtoffer.nl biedt met haar website de laatste stand van zaken op het gebied van Jurisprudentie en legt via Wikipedia de termen uit die bij letselschade worden gebruikt.

Hulp

Heeft u zelf een ongeval met letsel meegemaakt en wenst u professionele en kosteloze hulp van ervaren letselschadejuristen? Neem dan contact met ons op via het contactformulier op deze site.